Na een lange reis met veel vertraging op de Duitse wegen kwamen we vrijdagavond tegen elf uur aan in Bormio, de startplaats van de Alp i4000. In Italië is men gewend om laat te eten dus het kostte weinig moeite om nog een pizza op de kop te tikken. De andere dag stond in het teken van de voorbereiding. Eerst de inschrijving, met handtekening op het deelnemersbord, daarna het goedkeuren van de fiets en vervolgens nog een briefing met alle details van de tocht. Dat de fiets werd goedgekeurd is mede te danken aan Thijs van Maia Mobility, een bedrijf dat allerlei soorten bijzondere fietsen verkoopt. Hij had voor mij nog een groot voorblad kunnen bestellen. Toen dat geplaatst was bleek dat ook mijn kleine blad moest worden vervangen en vervolgens ook nog de derailleur. Uiteindelijk was mijn fiets donderdag aan het einde van de middag rijklaar.
De start was zondag om 07.00 en omdat ik er al vroeg was stond ik in één van de eerste startgroepen. Job stond met zijn fiets even verderop klaar om het eerste deel van de eerste etappe mee te fietsen.
Dat ging gelijk bergop. Job was sneller en stond boven te wachten toen ik aan kwam. Hij fietste terug om vervolgens met de auto naar Biella te gaan, mijn eerste geplande overnachting na 340 km. Ik moet eerst nog twee cols over waarbij in de afdaling mijn band lek bleek. Na een snelle vervanging kon ik verder.
De volgende twee etappes waren verdiende afdalingen waardoor het lekker opschoot. Door het hier en daar slechte wegdek brak vervolgens de steun van mijn verlichting. De losse lamp heb ik met tape vastgezet, maar hij werkte verder niet meer mee. Daardoor kon ik ook mijn gps niet meer opladen en moest die het verder doen op batterijen, waarvan ik gelukkig een flinke voorraad had meegenomen. Toen het donker werd moest ik het doen met mijn reservelamp, waarvan ik met enige moeite in het donker de batterijen moet wisselen. Ik had gerekend op een echt bed in de B&B van Job, maar de eigenaar eiste aankomst voor 00.00 uur en vertrek na 07.00. Zoveel slaap had ik voor de eerste nacht niet gepland. Ook kwam ik pas om 00.30 aan zodat ik mijn eerste nacht in een warme, luidruchtige en door muggen bevolkte slaapzaal moest doorbrengen. Toch nog een paar uur geslapen en om 06. 00 weer op de fiets voor een geplande 290 km met 3 cols. De eerste 100 km waren nog vlak en die werkte ik in 4 uur weg. Daarna tegenwind, warmte en een steile beklimming. Halverwege sloeg de kramp toe en moest ik diverse keren van de fiets. Het kostte al met al veel tijd. Halverwege de klim werd het iets minder stijl en tegen 17.00 was ik boven. Na de afdaling was er een stempelpost waar ik snel uitrekende dat de volgende etappe, over de Col de L’Iserand (2770 m) en de Col Petit Saint Bernard (2200 m) mij nog wel een uur of 8 zou kosten. En dat met mindere verlichting en slechte benen. Ik besloot mijn schema van 5 dagen te verlaten en over te stappen op het 6 dagen schema. Ik vond een hotel met bad waar ik de zware benen kon strekken. Na een goede nachtrust en een uitgebreid ontbijt kon ik om 06.00 vertrekken.
Het weer was aangenaam, de benen weer goed en ik zag het weer zitten. Ik trof een groepje Belgische fietsers die ook in het hotel hadden geslapen en gezamenlijk gingen wij van start.
Zij klommen (leeftijdsverschil) aanzienlijk sneller maar hadden wel vaker behoefte aan een pauze zodat we ongeveer gelijk aankwamen in Thuile. De laatste etappe van deze dag was 150 km naar Biella waar Job logeerde. Die had inmiddels zijn B&B eigenaar kunnen overtuigen dat ik een rustige slaper ben en ik kon nu wel op een normaal bed, zonder lawaai en muggen, slapen. Maar voor die tijd nog een klim van 30 km. Het was met de afdaling nog 40 km tot Biella en ik dacht om 22.00 aan te komen en zou dan met Job nog gaan eten. Na een paar steile km‘s zag ik een bord “Biella 25 km” Dat leek me wel wat. Toen het volgende bord “Biella 18 km” aangaf, rekende ik me al rijk. Een maaltijd om 21.00 lonkte. Ik fietste alleen de steile klim naar een dorpje waar een aantal fietsers zat uit te rusten. Ik kon geen bord “Biella” vinden en reed vervolgens fout. Een wandelaar vertelde me dat in het dorp de weg naar beneden naar Biella ging. Ik fietste terug en kwam een auto van de organisatie tegen die me de goede weg op stuurde. Ik kon nu niet meer de korte route naar Biella nemen en klom verder. Na enige tijd trof ik een Finse fietser die ik vroeg hoe ver het nog was (mijn GPS was door batterijgebrek gestopt). Hij verwachtte nog stijgende 10 km’s naar een geheime controle. Ik had die niet in mijn vizier, maar door zijn informatie kwam ik daar uiteindelijk toch aan. Ik was blij dat ik niet de snelle route naar Biella had genomen. Een gemiste controle betekend diskwalificatie. Uiteindelijk kwam ik pas om 22.30 aan waar Job stond te wachten. Na een snelle douche naar het restaurant, dat al aan het sluiten was. Helaas, dus toen maar een pizza in een snackbar. Daar troffen we ook de Belgen aan, waarmee ik afsprak om de volgende dag samen te vertrekken.
Ik kon bij Job op een normaal bed slapen en vertrok 06.30 voor de volgende 130 km naar Pavia , een rit door het Po-dal, dus vlak, maar ook in de ochtend al heel warm. Na een koffiestop en vers water kwam ik om ongeveer 11.30 aan en trof daar de Belgische fietsers, die uitgebreid aan de pasta zaten. Ik ging erbij zitten en at een bordje mee. We vertrokken om 12.30 voor de volgende 110 km op het heetst van de dag. De Belgen deden wat ze gewend waren en al na 30 km zaten we aan de koffie. Daarna nog inkopen voor wat fruit en eten en weer een pauze. Dat schoot niet op en we waren pas om 18.00 in Piadena. Daar was het nog steeds warm. Ik wilde een bord pasta nuttigen voor de volgende 80 km, maar die was te droog en mijn lijf had er geen zin in. Ik kreeg het niet weg. Toen we om 19.00 vertrokken voor de rit naar Pieve zag ik het somber in. Niet eten, niet goed fietsen, maar dat viel reuze mee. Het was vlak, werd minder warm en de snelheid lag al snel weer rond de 30 km/u. Twee Belgische vrienden haakten af en de twee anderen verhoogden hun snelheid nog een beetje. Ik koos ervoor om met ze mee te gaan. Tegen de tijd dat het donker werd zette ik mijn (reserve) lamp aan en de 2 achterlichtjes. Die vreugde duurde niet lang. Een houten brug met ruimte tussen de planken zorgde ervoor dat de lamp los schoot en viel. Geen voorlicht meer. De Belgische vrienden waren doorgefietst en ik had de keus om even aan te zetten of te wachten op de andere twee. Ik koos voor de eerste optie en reed met enige moeite het gat dicht. Ik vertelde ze dat ik bij hen wilde blijven vanwege mijn ontbrekende voorlicht. Geen probleem en even na 22.00 kwamen we aan. Een prima locatie met veel fruit en pasta met veel saus. Dat ging er goed in. Goede douches maar alleen een slaapmatje in een heel warme sporthal. Ik probeerde het even buiten in mijn lakenzak, maar daar werd ik belaagd door de muggen. Dus toch maar naar binnen en min of meer geslapen tot 05.00. Ik wilde zodra het licht werd weer vertrekken om ervoor te zorgen dat ik voor donker binnen was op de laatste slaapplek. De eerste etappe van 86 km was vlak maar wel met veel onverharde fietspaden. In een bocht met los grind had ik mijn eerste en enige valpartij, gelukkig met lage snelheid. Het bleef bij een paar schaafwonden en ook de fiets overleefde de val. Rond 10.00 kwam ik aan en even na mij ook de Belgen. Om 11.00 vertrok ik voor de rit langs het Gardameer. Weer 86 km, maar nu met in de laatste 20 km een klim naar 1700 meter. Een aantal steile hellingen door prachtige gorges. Langs het Gardameer kwam ik door een groot aantal tunnels, de meeste verlicht of met openingen aan de zijkant. Op één na, waar ik plotseling in het donker fietste. Het achterlicht was aan en met mijn zaklampje kon ik de middenstreep in de gaten houden. Er was weinig verkeer, dus dit ook weer overleefd. Het werd weer heel warm en na een laatste paar klimmen bereikte ik om 15.30 Tremosine. Kort gegeten en gedronken en weer snel op de fiets voor de laatste etappe van deze dag, weer 80 km, nu met 2000 hoogtemeters. De eerste 10 km afdalen, daarna 30 km vlak, vervolgens 30 km klimmen naar 1000 meter en tot slot 10 km licht dalen. Zowaar onderweg een verfrissend regenbuitje en om 21.00 uur, net voor donker kwam ik aan in Spormaggiore. Gastvrije ontvangst op een sportcomplex, met goede douches en een warme luidruchtige slaapruimte. Ik zag onder een trap een stukje kunstgras, waar ik twee matjes, mijn lakenzak en mijn tas neerlegde. Zo was mijn slaapplek gereserveerd. Ik was niet de enige. Er waren nog 10 fietsers die mijn voorbeeld volgden. Eerst wat gegeten en gedronken en bijgepraat met de inmiddels aangekomen Belgische vrienden. Om 23.00 onder zeil met het plan om 05.00 te vertrekken. Zowaar heerlijk geslapen. Zo goed dat ik pas na vijven wakker schrok. Ik lag alleen.
Snel aangekleed en naar de ontbijtzaal, waar ik een natte Belgische vriend aantrof. Hij was op het veld veld gaan liggen en om 04.00 gewekt door de sproei installatie. Vertrek om 5.30 voor de laatste rit. Twee etappes, de eerste van 110 km met 2000 hoogtemeters met het laatste deel van 40 km licht stijgend over de mooie fietspaden door de boomgaarden in Zuid Tirol. Aankomst 12.00, met ook nu weer prima voorzieningen. Een bord pasta, water en vruchtensap, en een salade buffet. Om 13.00 uur ben ik vertrokken voor de laatste en zwaarste etappe over de beruchte Stelvio, een klim van 20 km met een hoogteverschil van 1900 meter en daarin 48 haarspeldbochten. Een gemiddeld stijgingspercentage van 9% met soms stukken van 10 en 11%. Met eigen gewicht, 2 volle bidons, fiets met tasjes moest ik toch bijna 100 kg omhoog brengen. Met zware benen, een koffiestop halverwege en een snelheid van 5 à 6 km per uur duurde deze etappe iets meer dan 6 uur, waarvan iets meer dan 4 uur op de klim naar de Stelvio. Toen ik om 18.20 boven was op 2760 meter, was de zon verdwenen en de temperatuur behoorlijk gedaald. Met extra shirt en armstukken aan begon ik aan de laatste afdaling. Helaas had ik mijn Stelvio 48 haarspelden tunnel langs Gardameer Pasta voor de Stelvio Gardameer Stelvio bedwongen winterhandschoenen niet mee en met koude vingers is het lastig remmen. Daarom een voorzichtige afdaling van 20 km naar de finish in Bormio, waar Job al een paar uur stond te wachten. Voldaan en vermoeid, maar na een frisse douche weer opgeknapt, kon ik mijn handtekening op het finishbord zetten.
Zaterdag en zondag had ik nog wat last van stramme spieren, maar daarna was alles weer normaal. Mijn lichaamsgewicht is tijdens de tocht niet afgenomen, maar na een dag of wat was ik toch nog 3 kilo kwijt. Dat heb ik vaker gehad na een lange tocht. Volgens voedingsdeskundigen heb ik tijdens de tocht vooraden opgeslagen die na afloop gebruikt worden voor het herstel.
Alpi 4000 is een tocht van 1520 km en 21160 hoogtemeters. Voor de kenners: 4 x de Marmotte en twee rondjes Zuiderzee in 6 dagen. Totale tijd: iets meer dan 130 uur, 10 uur onder de limiet. Elke dag minstens 16 uur op de fiets. Als ik de tijd van slapen, fietsongemak en pauzeren in mindering breng, heb ik in de 6 dagen 70 uur op de fiets gezeten. Dat komt op een gemiddelde snelheid van bijna 22 km/u. Toch niet gek voor een heer op leeftijd.
Harry Tuinhof