DE DAG DER DAGEN OP MALLORCA, NAAR DE KAAP DER KAPEN

Uit Paul’s reisblog

23 februari 2024 – LeidenNederland

Beste lezer, het is alweer enige jaren geleden dat ik mij tot u richtte. Het LWL verslag van 2021 was de laatste wielerreportage die van mijn hand verscheen. Wat is er in de tussenliggende jaren gebeurd met mij en de Snokmaster (de zelfverklaarde wielerlegende Munstege)?

De jaren ’22 en ’23 was de wielerkalender verstoken van Neerlands enige najaarsklassieker; Leiden – Wageningen – Leiden.
Reden? De wedstrijdleiding verklaarde dat ‘fenomeen’ Munstege sukkelde met een conditionele achterstand, en niet in staat was aan de start te verschijnen. In de protocollen van LWL staat nu eenmaal dat de ‘wedstrijd’ alleen maar doorgang kan vinden bij aanwezigheid van de Zelfverklaarde. Zonder de Paus, geen katholiek geloof, zo moet u dat interpreteren. Die tweespalt maakte mij brodeloos, inspiratieloos en werkloos. Als vooraanstaand medelid van het journaille verviel ik in mijn oude gewoontes; overvloedig alcoholhoudende versnaperingen tot me nemen, oeverloos luisteren naar schlagers en decolletés besnuffelen van dames met een lichtvaardige opvatting van de goede zeden en normen. De goot nam mij barmhartig op. Edoch, de ganzenveer bleef lonken, de Oost-Indische inkt verdroogde niet en mijn Mobylette Kaptein hield ik paraat voor een terugkeer in de volgkaravaan van het immer voortjakkerende wielerpeloton. 

Comeback

Als Munstege zijn mond niet opent om te klagen of te zaniken, dan liggen de woorden ‘comeback’ en ‘terugkeer’ hem bestorven op de lippen. Munstege keerde na zijn fietskoeriersbestaan terug naar de grafische moederschoot, die hem ooit als ‘beperkt talent’ baarde.
Een verdeeld succes naar mijn mening, met als gevolg een werkzaam bestaan waarbij zijn fameuze fietsconditie kwadratisch achteruit demarreerde. Zijn fietsen werden voornamelijk in zijn appartement begluurd en amechtig betast, bereden echter zelden.
De reden waarom fietsen bestaan is dezelfde reden waarom bomen zuurstof produceren. Een leven buiten is hun ‘raison d’être’.
Afgelopen jaar was het fietsen beperkt tot woon-werk tripjes van 24 kilometer per dag. De jaren van 20.000 km per jaar lijken decennia geleden.
Er moest een uitnodiging om mee te gaan naar Mallorca aan te pas komen om de koersbroek weer aan te trekken. Kledingdeskundige Ab Glasbergen en Kees de Lange (DHL) waren voornemens naar Mallorca af te reizen voor een trainingsweek in de tweede week van februari.
De Snokmaster polste zijn broer H.F.M (winnaar LWL 2003), tegenwoordig woonachtig en werkzaam in Mali, om mee te gaan. Hij was meteen enthousiast, en dit had een teken aan de wand moeten zijn voor de Zelfverklaarde. Vroeger was H.F.M behoorlijk gereserveerd om mee te gaan met ‘ex-renners’. Nu, daarentegen gehard door eindeloze tochten op de racefiets en mountainbike, door het droge Mali bleek H.F.M fitter dan ooit. Een weekje Mallorca bleek naadloos te passen in zijn voorbereiding op zijn vierde deelname aan Parijs – Roubaix.

Dit weekje werd voor de Snokmaster een weerzien met de realiteit. Bij een krant op het wegdek moest hij drastisch terugschakelen en zat hij te hijgen als een ‘bospeerd’ aldus Glasbergen. Iedere verkeersdrempel werd een Cauberg, iedere heuvel een Mont Ventoux, en een serieuze beklimming werd een solistische bijrol op de verre achtergrond. De Snokmaster werd een figurant in zijn eigen drama, een drama van ongekend Bijbelse proporties. En zo ken ik hem toch het best, jammerend, klagend en vloekend. Een jammer serenade gericht aan alles en iedereen dat hem in de wielen rijdt, maar vooral gericht is aan zichzelf. Wie zich beklaagt over een ander, heeft het voornamelijk over zichzelf. 

Ab Glasbergen stak in een uitstekende vorm die hij maar moeizaam kon verbloemen. Een pijnlijke rug of niet; hij bleek zelfs bergop heer en meester. Een scherp contrast met hoe hij zich aan mij introduceerde; een rokende levensgenieter die toevallig erg van fietsen hield. Nu rookt, noch drinkt hij (sporadisch) en is hij het toonbeeld van hoe een fitte ‘zestiger’ eruit kan zien. Kennismaking met de waarheid is altijd confronterend en zoals nu bleek kan de Snokmaster de werkelijkheid maar moeilijk onder ogen komen. Vooral leunend op zijn kennis van de routes op Mallorca, routine en resultaten uit het verleden probeerde de Zelfverklaarde deze week toch naar zijn hand te zetten. Onbescheidenheid en vooringenomenheid zijn twee deugden waarin de Zelfverklaarde grossiert, het zij gezegd.

De dag der Dagen, naar de Kaap der Kapen

Door internationaal geldende milieueisen had mijn Mobylette maar 1 dag dispensatie om mee te gaan in de volgkaravaan. Donderdag 15 februari werd de tocht naar Cap de Formentor ingeroosterd. De door de Snokmaster gesuggereerde snelste route, zelfde weg heen als terug, werden door routemaster Blöte en touroperator Bink niet erkend als een ‘echte’ Formentor expeditie. “Moet minimaal 200+ kilometer zijn en via Alcudia terug” en meer van dat soort absurde terechtwijzingen. “Ah, jullie rijen alleen maar over grote wegen”, aldus een slecht geïnformeerde Bink (rijd de route maar eens na die op Strava staat, is mijn aanbeveling). Bink gaf aan dat de Snokmaster als eerste zou opgeven en hield zich gereed om als bezemwagen de opgevers op te vegen. Wie de Snokmaster op deze wijze bejegend, zorgt er in elk geval voor dat de Zelfverklaarde uit een motivatiebron kan putten die hem typeert zoals ik hem ken: “Mijn koude lichaam kun je opvegen, maar zolang ik adem ga ik door.” Met een wapperend banier en een getrokken zwaard hield de Zelfverklaarde zich deze dag staande. Soms op achterstand maar altijd terugkerend, aanhakend, met de bek open, maar NIET opgevend. Zijn doorwrochte routekennis was hierin ook mede doorslaggevend.

Vijf man aanvaarden de uitdaging die om 09:00 uur vertrok uit het kille El Arenal. ‘Onze’ vier: Glasbergen, de Lange, H.F.M, de Zelfverklaarde en een ‘gastrenner’, de Belg Benny Fets. Fets die zich had uitgeput door onophoudelijk aan te geven in een prematuur conditieniveau te verkeren, maar zat voorbeeldig op zijn fiets en drukte nadrukkelijk zijn neus tegen het venster wanneer de route een stijgende lijn vertoonde. Op het schiereiland naar de Cap werden de kaarten getrokken waarbij het spel op de wagen kwam. De eerste lange klim was een prooi voor Fets, wat Glasbergen maar moeilijk kon verkroppen. De hoogleraar Leidsch trok alle registers open om als eerste de Cap aan te tikken. In het etablissement ter kape werd geravitailleerd. Met een fris gemoed werd de terugreis aanvaard. De terugklim naar de Coll de sa Crueta was een exposé van iemand die tot nu toe slechts een stille trom roerde; De Lange versnelde in de laatste kilometer en haalde de stampende Glasbergen stijlvol in. 

De weg terug was de teruggespoelde reprise van de heenweg. Kop over kop, als een team werkend werd de terugweg afgehaspeld. Een hoog gemiddelde was het gevolg en een warmlopend motortje van de aloude Kaptein.

Wie zestig (plus) is, is nog niet afgeschreven. Zoveel is mij duidelijk geworden in deze week. Ik vond het een voorrecht om dit te mogen registreren. En hoewel ik altijd kan rekenen op een sneer van de Zelfverklaarde “Gaat dat brok alcoholische pennenlikker ook weer mee?”, ben ik blij te mogen te concluderen dat het woord ‘comeback‘ niet langer onder embargo vertoeft.

Als altijd houd ik een vinger aan de wielerpols van het Zelfverklaarde wielerfenomeen, de Snokmaster.

P. Ter Plekke, vermeend wielerjournalist.