In herinnering aan Ruud Dobbelaar (1956-2022)

 Als op een late zaterdagavond rond een uur of elf bij ons de telefoon overging, dan kon dat maar één iemand zijn: “Ha-aha Ellen,.. Ruud hier,.. is Henk daar?..”. Vervolgens zaten we zo een half uur te kletsen over de gekke dingen die Ruud onlangs weer had meegemaakt, en over de mogelijkheden om vanavond dan misschien niet, maar een dezer dagen zeker wel, weer eens iets af te spreken. In de stad, in de kroeg, op de fiets, bij de sportclub, op het strand, maakt niet uit wat. Het praten over die plannetjes van ons was al de beste pret. Eerlijk gezegd bleef het hier vaak bij. Want van al deze veelbelovende voornemens kwam zelden iets terecht. Dat wisten we eigenlijk ook wel maar dat gaf toch helemaal niks. Alleen al de gedachte eraan en het gesprek erover waren voldoende om een jarenlange vriendschapsband in stand te houden. Dat was Ruud, hij liet nooit na om je op te bellen. 

Zo was het ook toen we beiden als wielrenners van Swift nog actief waren met open wedstrijden rijden, meestal ergens achterin het peloton. Elk jaar zeiden we tegen elkaar: “volgend jaar gaat het gebeuren!” We zagen dan de hele seizoensopbouw al voor ons, met inbegrip van de trainingsschema’s, hoogtestage, periodisering, wedstrijdprogrammering en fietsvakantie ter onderbreking. In de praktijk kwam er natuurlijk altijd weer van alles tussen. Evengoed hielden we vol die verhalen te verzinnen en erin te geloven. Dat was Ruud, een man van verhalen. 

Doppie, eeuwig rechtenstudent en schrijver van stukjes in de krant, hartstochtelijk beoefenaar van allerhande denk- en duursporten, en een onverbeterlijke levensgenieter.

Doppie, de kampioen van het laatste wiel, die ervan genoot om elke ronde weer als zodanig omgeroepen te worden. Doppie, toen hij die ene keer dat hij in de wedstrijd vooruit zat, uit de koers werd genomen omdat de jury ervan uitging dat hij al gedubbeld moest zijn.

Doppie, die in plaats van boos te worden hierover er smakelijk om kon lachen, en het verhaal ook gretig verder vertelde. Doppie, die als een van de eersten op fietsverkenning ging in Oost-Europa, dwars door het Tatragebergte nog voordat de Muur was gevallen.

Doppie, die zijn horizon nog verder verbreedde door ook ondeugende spelletjesavonden te organiseren, maar daarbij niemand tekort deed.

Doppie, van wie ooit werd beweerd dat hij om goed voor de dag te komen tijdens de clubtijdrit een brommertje geregeld zou hebben als gangmaker, wat niet het geval was. Maar hij liet het zo, omdat deze mythe een extra glans gaf aan de werkelijkheid.

Dat was Doppie, de held van zijn eigen avonturenroman. 

De laatste jaren zagen we elkaar steeds minder maar de verhalen bleven. Afspraken kwamen er meestal niet van maar om de paar weken zaten we aan de telefoon. Ruud praatte graag en je zag zijn pretoogjes en onverwoestbare glimlach aan de andere kant van de lijn. Zo hebben we elkaar meer dan vijfenveertig jaar gevoed met vrolijke fantasie en fijn gezelschap. Ik zal zijn belletje gaan missen. Ruud was voor mij een levende legende. Maar nu hij er niet meer is, leeft de legende voort. Want dat was én blijft, Ruud Dobbelaar. 

Zie ook op de website: 

Swift neem afscheid van Ruud Dobbelaar op 9 mei 2022 te Oegstgeest

Henk Kern, Leiden mei 2022