Het was dit jaar een bijzondere tocht. Mijn 9e PBP en inmiddels fietsend in een leeftijdscategorie waarvan minder dan de helft de rit volbrengt. Het sponsordoel was “accu’s voor fietsmaatjes LeidenLeiderdorp”, een actie, waar jullie massaal aan hebben meegedaan en die meer dan het beoogde resultaat heeft opgeleverd. Hartelijk dank daarvoor. Dat het pas echt verdiend was als ik de tocht met goed gevolg zou volbrengen legde wel een extra druk op de schouders. Een voordeel was de begeleiding door Albert en Frans die in een camper met mijn bagage meereden naar de controlepunten, waardoor ik zonder tassen kon fietsen.
Mijn doel was om de tocht in 75 – 80 uur te voltooien. Maar door twee keer tegenwind, het veel zwaardere parcours vergeleken met de vorige keren en twee bezoekjes aan een fietsenmaker is dat niet gelukt zoals jullie in het hiernavolgende verslag kunnen lezen. Het was deze keer mijn zwaarste PBP tot nu toe.
Met een door de fietsenmaker ingestelde en gecontroleerde fiets met nieuwe binnen- en buitenbanden vertrokken we zaterdag 19 augustus naar startplaats Ramboulliet waar we op het grote landgoed een kampeerplaats konden uitzoeken. Het was druk met campers, auto’s en tenten. De aangebrachte sanitaire voorzieningen werkten nog niet, maar dat was voor één nacht wel te overzien. Na de inschrijving en een pastamaaltijd op tijd naar bed. Toen we zondagochtend op de fiets de laatste boodschappen gingen doen kreeg onderweg mijn voorwiel een klapband. Albert en Frans gingen alvast door en ik kon ondertussen mijn band plakken. Ik kreeg hulp van een voorbijkomende Fransman die ook PBP zou fietsen. Toen ik met mijn CO2 pomp de band pompte kreeg ik weer een klapband. Ik heb toen de oude binnenband geplakt en mijn helper pompte de band voorzichtig op met zijn handpompje. Toen we net klaar waren kwamen Albert en Frans terug met de boodschappen. We reden terug en waren bijna bij de camper toen ik opnieuw een klapband kreeg. Bij de camper bekeek Albert de band en vond een gat in de zijkant van de buitenband. Dat was natuurlijk de oorzaak van alle klappers. Ik verving de band door de buitenband van mijn reservewiel en alles leek gefikst. We fietsten toch nog maar even naar de fietsenwinkel voor een nieuwe buitenband en een paar binnenbanden. Ik moest daardoor voor de eerste keer de Nederlandse groepsfoto missen.
Om 18.30 vertrok ik voor de eerste etappe van 120 km naar Mortagne au Perche. Goed weer met lichte tegenwind en een behoorlijke snelheid. In Mortagne trof ik Albert en Frans om wat de eten en voorraad voor de nacht mee te nemen. Vervolgens ging het zonder problemen naar Villaines la Juhel, de controle op 200 km. Ik vertrok daar na een korte pauze, maar kreeg het tweede grote probleem voor de kiezen. Na 2 km klapte de voorband weer. Ik moest teruglopen terug naar Villaines waar ik bij de controle een fietsenmaker had gezien. Hij constateerde weer een gat in de buitenband. Ik vertrouwde nu de velg niet meer en wilde een andere, maar volgens de fietsenmaker was er niets mee aan de hand. Hij controleerde de velg en monteerde een nieuw velglint, binnen- en buitenband. De fietsenmaker pompte de band met zijn drukpomp op en toen plofte de band gelukkig wel direct. Hij was nu ook overtuigd en had nog een voorwiel liggen dat ik kon kopen. Alles werd opnieuw geïnstalleerd en met een vertraging van twee uur kon ik weer op weg. Om 13.30 ontmoette ik In Tentenniac (350 km) Frans en Albert en we overlegden over de aanpassing van het tijdschema. Inmiddels was ook mijn GPS ermee gestopt. Dat is geen groot probleem omdat de route uitgepijld is. Voor je eigen gevoel is het vervelend dat je niet weet hoe laat het is en hoever het nog is naar de volgende controle.
Het parcours werd na Tentenniac ook zwaarder en ik besloot te overnachten in St Nicolas-du-Pelem, 40 km voor de geplande overnachting in Carhaix. Het was toen 23.00 uur en ik had er 475 km op zitten. De achterstand op mijn planning was inmiddels 5 uur.
Dat zou betekenen dat ik de volgende dag 425 km moest fietsen om in Fougeres, de geplande tweede slaapplaats, te gaan slapen. Met een start om 05.00 uur zou dat nachtwerk worden. Maar eerst op en neer naar Brest, twee keer 90 km. In Brest constateerde een PBP hulpverlener die mijn fiets even vasthield toen ik mijn stempel ging halen dat een remblokje achter tegen de velg aanliep. Hij gaf de fiets aan de fietsenmaker die hem tijdens mijn lunch zou herstellen. Toen ik terugkwam hing de fiets nog steeds in de standaard. Ik rommelde wat aan de rem en die leek mij weer goed te werken. De fietsenmaker dacht daar anders over en begon een aantal schroefjes los en weer vast te draaien. Uiteindelijk mocht ik de fiets voor € 15,- weer meenemen. Weer een uurtje vertraging. Door de naar Zuidoost gedraaide wind en de verzwaarde route van Brest naar Carhaix stopte ik om 23.30 voor een nachtrust in Loudeac. Mijn achterstand op de planning was inmiddels opgelopen tot zeven uur. Om 04.00 uur vertrok ik voor de laatste 440 km naar de eindstreep. Ik plande nog een nachtrust van 22.00 tot 02.00 uur in Mortagne, 120 km voor de finish. Ook dit liep anders. Warmte, enkele noodzakelijke rustmomenten, veel heuvels en de aanhoudende de tegenwind zorgden ervoor dat ik pas om 01.00 in Mortagne aankwam.
Ik wilde geen risico lopen en besloot de nachtrust over te slaan en vertrok om 02.00 uur naar Dreux, de laatste controleplaats voor de finish. De eerste 30 km gingen redelijk, goede benen en snelheid. Toch kreeg ik slaap en besloot in de berm een dutje te doen. De temperatuur was er goed genoeg voor. Na een slaapje van drie kwartier ging het weer en kon ik bij een snelle groep aansluiten, waardoor we iets over zeven in Dreux waren met nog vijf uur voor de laatste 40 km. Ik wist toen dat de 90 uur haalbaar was en kon, toen ik weer slaap kreeg, nog een keer in de berm uitrusten. Om 10.22 was ik, twee uur voor de eindtijd binnen.
De vaste laatste vraag is altijd: “Doe je het over vier jaar weer?” Het vaste antwoord is ook altijd: “Als ik nog kan, sluit ik het niet uit”. Of dat het geval is zien we dan wel.
Harrie Tuinhof