» Categorie-indeling
» Soorten jeugdwedstrijden
» Wedstrijdafstanden/-duur
» Licentie
» Toegestane verzetten
» Verzettentabel
» Verzettentabel 24″
» Verzettentabel 26″
» Verzettentabel 28″
» Materiaalverzorging tijdens wedstrijden
Categorie-indeling
De jeugd wordt onderverdeeld in leeftijdsgroepen, oftewel categorieën. Je hebt de categorieën 1 tot en met 7. Word je in de loop van het jaar 8 jaar oud, dan rijd je het gehele jaar in categorie 1. Ieder jaar ga je een categorie hoger rijden. In het jaar dat je 14 wordt, rijdt je in categorie 7.
Meisjes rijden een categorie lager dan even oude jongens. Een meisje kan dus twee jaar in categorie 1 rijden, want in het jaar dat ze 9 jaar oud wordt, mag ze ook nog in categorie 1 uitkomen.
- Categorie 1: Jongens in het jaar dat zij acht worden; meisjes in het jaar dat zij acht/negen worden.
- Categorie 2: Jongens in het jaar dat zij negen worden; meisjes in het jaar dat zij tien worden.
- Categorie 3: Jongens in het jaar dat zij tien worden; meisjes in het jaar dat zij elf worden.
- Categorie 4: Jongens in het jaar dat zij elf worden; meisjes in het jaar dat zij twaalf worden.
- Categorie 5: Jongens in het jaar dat zij twaalf worden; meisjes in het jaar dat zij dertien worden.
- Categorie 6: Jongens in het jaar dat zij dertien worden; meisjes in het jaar dat zij veertien worden.
- Categorie 7: Jongens in het jaar dat zij veertien worden.
Soorten jeugdwedstrijden
- Categorie II-wedstrijden: Nationale Kampioenschappen en landelijke toernooien
- Categorie IV-wedstrijden: club- en interclubwedstrijden
De jeugdbegeleider heeft een lijst van de wedstrijden die worden gehouden. Die lijst noemt men een wedstrijdkalender. Daar staat ook op tot welk soort een bepaalde wedstrijd behoort.
Als je mee wilt doen aan een wedstrijd buiten je eigen district, of aan een wedstrijd in het buitenland, moet je club daarvoor toestemming vragen aan de consul of de districtsjeugdcommissie. Meestal is dat een formaliteit, maar het komt ook voor dat het wordt geweigerd.
Wedstrijdafstanden/-duur
| Categorie | Weg | Tijdrit | Ploegentijdrit | Veldrijden |
| 1 | 6 km | 2 km | 4 km | 10 minuten |
| 2 | 8 km | 3 km | 6 km | 12 minuten |
| 3 | 12 km | 4 km | 8 km | 15 minuten |
| 4 | 15 km | 6 km | 10 km | 17 minuten |
| 5 | 20 km | 8 km | 12 km | 20 minuten |
| 6 | 25 km | 10 km | 14 km | 22 minuten |
| 7 | 30 km | 12 km | 16 km | 25 minuten |
Licentie
Ben je eenmaal lid van Swift, dan dien je zelf rechtstreeks een startlicentie bij de KNWU aan te vragen. Deze startlicentie is nodig om interclub wedstrijden te rijden. Dit zijn laagdrempelige wedstrijden waarbij je niet direct veel wedstrijdervaring nodig hebt. Met deze wedstrijden kun je ervaring opdoen om later mogelijk deel te nemen aan nationale wedstrijden. De startlicentie is een kalenderjaar geldig. We vinden deze startlicentie noodzakelijk om volwaardig deel te kunnen nemen aan onze verenigingsactiviteiten, waarbij jezelf natuurlijk een hoop plezier aan zal beleven.
Wil je landelijke wedstrijden gaan rijden, dan kun je eventueel een wedstrijdlicentie aanvragen.
De kosten van de startlicentie vind je op de website van de KNWU.
Toegestane verzetten
Een fiets heeft een zogenaamd ‘verzet’. Dat is de afstand die de fiets aflegt als de trapas precies één keer ronddraait. Als je een heel groot voortandwiel en een heel klein achtertandwiel hebt, dan legt de fiets een grote afstand af. Men zegt dan dat je een zwaar verzet hebt.
Als jeugdrenner mag je niet met een zwaar verzet rijden. Je verzet mag niet zwaarder zijn dan:
| categorie | weg | baan | cyclo |
| 1 | 5,46 | 5,46 | 5,22 |
| 2 | 5,46 | 5,46 | 5,22 |
| 3 | 5,78 | 5,78 | 5,52 |
| 4 | 5,78 | 5,78 | 5,52 |
| 5 | 6,14 | 6,14 | 5,87 |
| 6 | 6,14 | 6,14 | 5,87 |
| 7 | 6,55 | 6,55 | 6,26 |
Vaak wordt door de jury gecontroleerd of je verzet niet te zwaar is. Die controle kan voor of na de wedstrijd plaatsvinden. De jury maakt daarbij meestal gebruik van een meetlat. Ze meet dan de afstand die de fiets aflegt per omwenteling van de trapas. Als bij wegwedstrijden het verzet wordt gecontroleerd, wordt uitgegaan van het grootste voorblad en het kleinste achtertandwiel dat zich op de fiets bevindt. Met een eventuele borging van de derailleurs wordt geen rekening gehouden. Bij veldritten is het wel toegestaan om de derailleurs zo af te stellen dat bepaalde tandwielen niet kunnen worden gebruikt. Op die manier kun je voorkomen dat je een te zwaar verzet hebt.
Verzettentabellen
De genoemde wieldiameters kunnen afwijken, afhankelijk van de toegepaste buitenbanden. Wij adviseren u dan ook om te allen tijde de afstand per omwenteling na te meten.
Materiaalverzorging tijdens wedstrijden
Het kan gebeuren dat je tijdens een wegwedstrijd pech krijgt met je fiets, of dat je valt.
- Als je behoort tot categorie 1, 2, 3 of 4, en je krijgt pech tijdens het eerste gedeelte van je wedstrijd, dan mag je vaak meedoen bij de volgende categorie of serie.
Maar: je wordt dan niet in de uitslag opgenomen. Ook zul je wat eerder de wedstrijd moeten verlaten.
Buiten mededinging meedoen, mag overigens niet bij nationale kampioenschappen. - Als je behoort tot categorie 5, 6 of 7 is het anders geregeld. Je mag dan van materiaal verwisselen. Je kunt een ander wiel in je fiets zetten, of desnoods een andere fiets nemen.
Let er wel op of je nog steeds het goede verzet hebt!
Als het parkoers korter is dan 2,5 km, behoef je zelfs geen haast te maken. Je mag dan een rondje overslaan en weer aansluiten bij de groep waarin je zat.
Maar: dat mag weer niet tijdens de laatste 5 km en de laatste 5 ronden! Dan moet je snel verwisselen en direct verder rijden.
Er zit echter een addertje onder het gras: de jury moet hebben gezien dat je pech hebt en de reparatie of het verwisselen moet gebeuren op een door de jury of organisatie aangewezen plaats. Het reglement zegt dat de pech door de jury moet zijn geconstateerd en erkend. Als de pech je eigen schuld is, bijv. omdat moeren niet goed vastzaten, dan kan de jury weigeren je een ronde vergoeding te geven.
En als je valt? Dan geldt hetzelfde als bij materiaalpech. Natuurlijk moet het voor de jury duidelijk zijn dat je echt bent gevallen.
En als je voor de tweede keer pech krijgt of valt? Ook dan moet je (als dat gaat) direct verder rijden, want je mag maar één keer een rondje overslaan.
Bij cyclocrosswedstrijden is het iets anders geregeld.
- Als je tot categorie 5, 6 of 7 behoort, mag je tijdens cyclocrosswedstrijden van materiaal verwisselen. Dat mag ook als je fiets vuil is. Het is dus niet nodig dat je pech hebt. Dat verwisselen van materiaal moet gebeuren op een door de jury of organisatie aangewezen plaats, de zogenaamde materiaalverzorgingsplaats. Je hebt bij cyclocrosswedstrijden nooit recht op een ronde vergoeding.
Andere verzorging, bijvoorbeeld het aanreiken van een bidon, is nooit toegestaan.
by 
Word lid van Swift
Jeugdnieuws
Agenda
Redactie Jeugdwielrennen
